Les 5

Verstaan en spreken 2

Sisklank x

De klank die je transcribeert als xmaak je met je tongblad tegen het harde verhemelte, net als de jen de q. Je moet erbij sissen, maar wel anders dan in het Nederlands!

Begin met de sj-van Sjaak. Spreek die daarna nog eens uit, nu met je tongblad tegen je harde verhemelte. Dan het belangrijkste: maak je mond breed en trek je mondhoeken naar achteren, alsof je krampachtig glimlacht. Dat klinkt als mondacrobatiek, maar het valt mee. Met een beetje oefening maak je binnen de kortste keren ontspannen een prachtige x.

Verstaan: hele woorden!

Luister goed, en transcribeer wat je hoort.

1. _____ ‘repareren’
2. _____ ‘Xú heten’
3. _____ ‘platteland’
4. _____ ‘Griekenland’
5. _____ ‘hopen’
6. _____ ‘vers’
7. _____ ‘envelop’
8. _____ ‘belangstelling’
9. _____ ‘donderdag’
10. _____ ‘uitrusten, pauze houden’

Volgende pagina