Les 9

Meer woorden, meer taal! 2

1.

zhǎng ròu

长肉

werkwoord + zelfstandig naamwoord

aankomen, dikker worden

Nǐ zhǎng ròu le ba? Chī de tài duō ba?

‘Je bent aangekomen, hè? Eet je te veel?‘

2.

jiǎn féi

减肥

werkwoord + zelfstandig naamwoord

afvallen

Hěn duō nǚháir dōu xiǎng jiǎn féi. Bú yòng a!

‘Veel meisjes willen afvallen. Dat is niet nodig hoor!‘

3.

shòu

bijvoeglijk naamwoord

mager

Jiǎn le bù shǎo féi. Nǐ tài shòu le.

‘Je bent erg afgevallen. Je bent te mager geworden.‘

4.

jīròu

肌肉

zelfstandig naamwoord

spieren

Nánháir hěn xǐhuān zìjǐ de jīròu.

‘Jongens zijn verzot op hun eigen spieren.‘

5.

fāngfǎ

方法

zelfstandig naamwoord

methode, manier

Jiǎn féi de fāngfǎ zhēn duō.

‘Er zijn veel manieren om af te vallen.‘

6.

jiànshēn

健身

werkwoord

fitnessen

Zài Hélán jiànshēn hěn guì.

‘In Nederland is fitnessen heel duur.‘

7.

zúqiú

足球

zelfstandig naamwoord

voetbal

Hélán de zúqiú hái kéyi, tī de rén bù shǎo.

‘Het voetbal in Nederland is oké, flink wat mensen spelen het.‘

8..

qūgùnqiú

曲棍球

zelfstandig naamwoord

hockey

Qūgùnqiú yǒu yìsi ma? Nǐ dǎ-guo ma?

‘Is hockeyen leuk? Heb jij het wel eens gedaan?‘

9.

bāléiwǔ

芭蕾舞

zelfstandig naamwoord

ballet

Nǐ huì tiào wǔ ma? Bāléiwǔ yě shì yì zhǒng wǔ.

‘Kun je dansen? Ballet is ook een soort dansen.‘

10.

jiànkāng

健康

bijvoeglijk naamwoord

gezond

Zhù nǐ shēntǐ jiànkāng.

‘Ik wens je een goede gezondheid.‘