Sto-sto-sto-stotter
sto-sto-sto-stotter die mond van mij
tw-tw-tw-tweederangs kreupelaar
houdt m’n gie-gie-gie-gierende gedachten niet bij
of m’n benen zelfs ook maar
bij jullie drui-drui-drui-druipt de kwijl van je tong
die ruikt naar schīmmel die ruikt zo muf
en bij mij me-me-me-m’n longēn
die zitten kapot die hebben geen puf
...
|