|
Les 2Een gedicht van Wáng JiànWáng Jiàn leefde net als Lǐ Bái tijdens de Táng-dynastie. De Táng bereikte haar culturele hoogtepunt tijdens de regering van keizer Xuánzōng. De hoofdstad Cháng’ān, het huidige Xī’ān, was een van de grootste steden ter wereld en kon zich meten met Rome en Constantinopel. Als eindpunt van de Zijderoute ontwikkelde Cháng’ān zich tot een kosmopolitisch handelscentrum waar verschillende godsdiensten naast elkaar werden beleden. De kunsten bloeiden en door de uitvinding van de boekdrukkunst – zoals je weet een slordige zeven eeuwen eerder dan in het westen – groeide de verspreiding van het geschreven woord. Uiteindelijk leidden opstanden, invasies door nomadische stammen en economisch verval het einde van de Táng in, die uiteenviel in de Vijf Dynastieën en Tien Koninkrijken.
Het leeuwendeel van de Chinese poëzie door de eeuwen heen, inclusief alle beroemde “Táng-poëzie” is in het klassiek Chinees, maar dat is goed leesbaar voor wie zich daarin heeft bekwaamd. Zeker, het verschil tussen klassiek Chinees en modern Chinees is groot. Je kunt het vergelijken met dat tussen het Latijn en Europese landstalen in vroeger tijden. Maar het schrift is niet veel veranderd, en voor vele begrippen gebruik je vandaag nog dezelfde karakters als vroeger. Wáng Jiàns gedicht beschrijft in korte, veelzeggende regels het leven van een pas getrouwd meisje. Lees rustig en spreek de klanken duidelijk uit, inclusief de tonen: zo komen deze dertien eeuwen oude woorden tot hun recht.
Langzaam
Normaal
Snel
Stop
|
||||||||||||||||