Les 8

Meer woorden, meer taal! 1

1.

lǎobǎixìng

老百姓

zelfstandig naamwoord

gewone mensen, het gewone volk

Wǒmen lǎobǎixìng mǎi-bu-liǎo zhème guì de dōngxi.

‘Wij gewone mensen kunnen zulke dure dingen niet kopen.‘

2.

dàkuǎn

大款

zelfstandig naamwoord

rijkaard, het grote geld

Dàkuǎnmen dōu méi yǒu piányi de chē.

‘Rijkaards hebben nooit goedkope auto’s.‘

3.

qióng

bijvoeglijk naamwoord

arm

Yǒu qián huòzhě qióng, wǒ dōu wúsuǒwèi.

‘Rijk of arm, dat maakt me allemaal niets uit.‘

4.

huā

werkwoord

uitgeven, besteden

Nǐ zhǐ huì huā qián.

‘Jij kunt alleen geld uitgeven.‘

Bié huā tài duō de shíjiān, hǎo ma?

‘Je moet er niet te veel tijd aan besteden, oké?‘

5.

shuā kǎ

刷卡

werkwoord + zelfstandig naamwoord

met een pas betalen

Shūdiàn, néng shuā kǎ ma?

‘In boekhandels, kun je daar pinnen?‘

6.

shāngchǎng

商场

zelfstandig naamwoord

winkelcentrum

Běijīng de shāngchǎng tài duō le.

‘Er zijn te veel winkelcentra in Peking.‘

7.

guàng

werkwoord

rondlopen, rondkijken in

Nǐ yǒu shíjiān gēn wǒ yìqǐ guàng shāngchǎng ma?

‘Heb je tijd om met mij rond te kijken in het winkelcentrum?‘

8.

Huānyíng guānglín!

欢迎光临!

idioom

Hartelijk welkom! (in winkels, restaurants enzovoort)

9.

dǎ zhé

打折

werkwoord + zelfstandig naamwoord

afprijzen, korting geven

Zhèr néng dǎ jǐ zhé ne? Dǎ liù zhé xíng ma?

‘Hoeveel korting kun je hier geven? Veertig procent, kan dat?‘

10.

kǎn jià

砍价

werkwoord + zelfstandig naamwoord

afdingen

Zài Zhōngguó mǎi dōngxi de huà, bù néng bù kǎn jià.

‘Als je in China dingen koopt, dan moet je wel afdingen.‘

Volgende pagina